TypeX

Ook de Britten beschikten tijdens de tweede wereldoorlog over een eigen codeermachine. De Typex machine (ook bekend als Type X of TypeX). Deze werd rond 1937 in gebruik genomen en was, heel verrassend, afgeleid van de commerciële Enigma.

 

werking

Net als de Enigma is de Typex een rotormachine . Van de Typex zijn meerdere types geproduceerd. Deze werken zonder uitzondering met vijf rotoren (de Enigma heeft er slechts 3 of 4 rotors) met een niet-roterende reflector. Kenmerkend is dat de eerste twee rotoren niet meedraaien tijdens het coderen. Ze moeten handmatig worden ingesteld. Deze twee extra rotoren zorgen voor een vergelijkbare bescherming als die van het schakelbord van de Enigma. Een verbetering aan de Typex ten opzichte van de standaard Duitse Enigma is dat de rotoren in de machine meerdere inkepingen bevatten die er voor zorgen dat de aangrenzende rotors verdraaien. Elke rotor bestaat uit een slak en een huis. De slak bevat de bedrading en wordt in een metalen behuizing, het huis, geplaatst. De verschillende behuizingen bevatten een verschillend aantal inkepingen rond de rand, zoals 5, 7 of 9. Elke slak kan, door hem om te draaien, op twee verschillende manieren in een behuizing worden geplaatst. Tijdens het gebruik zitten alle rotoren van de machine in behuizingen met eenzelfde aantal inkepingen. Doorgaans worden 5 slakken uit een zet van 10 gekozen. Op een rotor zijn alle elektrische contactpunten 2 keer aangebracht om de betrouwbaarheid te vergroten.

Op sommige modellen konden operators een snelheid van wel 20 woorden per minuut halen en wordt de uitvoertekst (gecodeerd of klaar) afgedrukt op papierband. Bij de draagbare versies, zoals de Mark III, wordt een bericht getypt met de linkerhand terwijl de rechterhand een soort slinger draait.

 

Typex machine type Mark II met 2 printers

 

Geschiedenis en ontwikkeling

In de jaren twintig van de twintigste eeuw was de Britse regering op zoek naar een vervanger voor de tot dan toe gehanteerde handcode systemen. Hiervan was aangetoond dat ze onbetrouwbaar, traag en onhandig in het gebruik waren. In 1926 werd een comité opgericht met leden van verschillende departementen om de mogelijkheden te onderzoeken voor een overstap naar codeermachines. Gedurende een periode van meerdere jaren en tegen hoge kosten, heeft het comité een aantal opties onderzocht, maar er is geen enkel voorstel aangenomen. Zelfs een voorstel van Wing Commander Oswyn G.W.G. Lywood om de commerciële Enigma aan te passen door er een printer aan toe te voegen haalde het niet.

Zonder toestemming van de RAF begon Lywood in augustus 1934 met het ontwikkelen van een machine. Lywood werkte met J. C. Coulson, Albert P. Lemmon en Ernest W. Smith bij Kidbrooke in Greenwich , aan een codeermachinen met een door Creed & Company geleverde printer. Het eerste prototype werd op 30 april 1935 gepresenteerd bij het Air Ministry. In het begin van 1937 waren er ongeveer 30 Typex Mark I machines in gebruik bij de RAF. De machine werd aanvankelijk de "RAF Enigma met Type X-aanpassingen" genoemd.

In februari 1937 werd een begin gemaakt met het ontwerpen van een opvolger. In juni 1938 werd Typex Mark II gepresenteerd aan het comité, dat direct een order voor 350 machines plaatste. Het Mark II-model was een complexe machine en had de beschikking over twee printers: Eén voor klare tekst en één voor gecodeerde tekst. Het resultaat was dat de machine aanzienlijk groter was dan de Enigma, met een gewicht van ongeveer 54 kg en een grote van 76 cm × 56 cm × 36 cm. Na uitvoerig getest te zijn werd de machine in gebruik genomen door de RAF, het leger en tal van andere overheidsdiensten. Tijdens de Tweede  Wereldoorlog waren een groot aantal van deze door Powers-Samas vervaardigde Typex-machines actief.

 

Oswyn G.W.G. Lywood

Beveiliging en gebruik

Typex was in gebruik bij de Britse strijdkrachten en de Commonwealth-landen, waaronder Canada en Nieuw-Zeeland.

Vanaf 1943 beschikten de Amerikanen en de Britten over een systeem om met de eigen machine de berichten van de ander te decoderen(CCM). De British Typex en de Amerikaanse ECM Mark II  werden aangepast zodat ze met elkaar berichten konden uitwisselen. Daar waar de Britten de Amerikanen informeerden over de Typex, hielden de Amerikanen de complexere ECM voor de Britten geheim. De Britten kregen in plaats daarvan de beschikking over een aantal aanpassingen voor hun machine die het mogelijk maakten om berichten te lezen die aan de andere kant waren gemaakt.

Hoewel de Duitsers aanzienlijke vooruitgang boekte bij hun pogingen de Typex te kraken, waren de resultaten niet zo indrukwekkend als die op Bletchley Park. Dit was mede het gevolg van de toegenomen complexiteit van het systeem en het geringe aantal verzonden berichten.

Tijdens de slag om Frankrijk wisten de Duitse troepen de hand te leggen op een Typex-machine zonder rotors. Meerdere Duitse cryptoanalytische secties stelde voor om Typex te kraken. De organisatie van de B-Dienst (Beobachtungsdienst) die zich hiermee bezighield gaf het echter al na zes weken op, omdat men niet de beschikking kreeg over de benodigde tijd en mensen om hernieuwde pogingen te kunnen wagen.

Een Duitse cryptoanalyst verklaarde na de oorlog dat de Typex veiliger was dan de Enigma omdat deze zeven rotors had. Grote inspanning leveren om Typex-berichten te kraken achtte men daarom zinloos.

Hoewel de aan Typex toegeschreven beveiliging onomstreden was, ligt dat historisch gezien toch wat genuanceerder. Er liep namelijk een onderzoek naar de Typex-beveiliging dat was opgestart als gevolg van de bewering van Duitse krijgsgevangenen in Noord-Afrika dat Typex-verkeer decodeerbaar was. Een fragment uit het rapport wat naar aanleiding van dit onderzoek is opgesteld is hieronder weergegeven.

 

CRET U [ZIP / SAC / G.34]
DE MOGELIJKE EXPLOITATIE VAN TYPEX DOOR DE DUITSE SIGINT-DIENSTEN

Hieronder volgt een samenvatting van de informatie die tot nu toe is ontvangen over Duitse pogingen om in te breken in de Britse Typex-machine, op basis van ondervragingen van krijgsgevangenen die werden uitgevoerd tijdens en na de oorlog.

Het is verdeeld in (a) de Noord-Afrikaanse verhoren, (b) informatie verzameld na het einde van de oorlog en (c) een poging om het bewijsmateriaal voor en tegen de mogelijkheid van Duitse successen samen te vatten.

Afgezien van een onbevestigd rapport van een agent in Frankrijk op 19/7/42 waarin wordt verondersteld dat de GAF twee Britse machines gebruikten, die ze bij Duinkerken hadden buitgemaakt, voor het doorgeven van het eigen verkeer tussen BERLIJN en GOLDAP, was ons bewijsmateriaal tijdens de oorlog gebaseerd op berichten dat OKH gebruikt maakte van Typex-materiaal dat in 1942 in TOBRUK was achtergelaten.

 

Voordelen ten opzichte van Enigma

Alle versies van de Typex hadden voordelen ten opzichte van de Duitse militaire versies van de Enigma-machine. De Duitse tegenhangers van de Typex (niet in gebruik bij eenheden in het veld ) waren de Lorenz SZ 40/42 en Siemens en Halske T52.

Bij de meeste versies van de Enigma moesten twee operators effectief werken: één operator om tekst in te voeren en de andere om de versleutelde of klare tekens te kopiëren. Voor het bedienen van Typex was slechts één operator nodig.
Typex vermeed door operators gemaakte kopieerfouten, omdat de versleutelde of klare tekst automatisch op papier werd afgedrukt.
In tegenstelling tot Enigma waren Typex I machines gekoppeld aan printers, terwijl Typex II machines indien nodig ook zonder konden worden gebruikt.
Enigma-berichten moesten worden geschreven, gecodeerd, verzonden (in Morse), ontvangen, ontcijferd en opnieuw geschreven, terwijl Typex-berichten getypt en automatisch werden versleuteld en vervolgens in één stap werden verzonden en omgekeerd.

 

slotwoord

Typex-machines bleven tot lang na de Tweede Wereldoorlog in gebruik. Het Nieuw-Zeelandse leger gebruikte TypeX machines tot het begin van de jaren 70. De laatste machine was zelfs rond 1973 nog actief.

Typex machine type Mark III

Maak jouw eigen website met JouwWeb