GESCHIEDENIS
Aan het begin van de twintigste eeuw vond draadloze communicatie op steeds grotere schaal plaats, zowel voor civiele als militaire berichtgeving. Hierdoor werd het van belang om vertrouwelijke informatie voor derden onleesbaar te maken. Er werd gezocht naar een manier om de tijdrovende pen- en papiercodes te vervangen.
ONTWIKKELING
De Amerikaan Edward Hugh Hebern ontwierp in 1917 een codeermachine met draaiende schijven. Iedere schijf verrichte een polyalfabetische substitutie. Herben was hiermee de grondlegger van diverse toestellen die op basis van hetzelfde principe in die tijd werden ontworpen.
De Duitse ingenieur Arthur Scherbius liet in 1918 een codeermachine met rotors pattenteren onder de naam Enigma. Samen met zijn compagnon startte hij de firma Scherbius & Ritter op. Ze zochten contact met Het Duitse ministerie van Buitenlandse Zaken en de Kriegsmarine, maar die toonden geen belangstelling. De patenten werden in 1923 aan de Chiffriermaschinen AG overgedragen, waar Scherbius deel uitmaakte van de directie. In 1927 kocht Scherbius het patent uit 1919 voor een gelijksoortige machine over van de Nederlander Koch. Dit om zijn eigen patent, dat hij pas in 1925 verkreeg, te beschermen.
De Enigma A, de eerste machine, werd in 1923 op de markt gebracht. Het was een groot toestel van ca. 50 kg dat voorzien was van een typemachine. Niet lang daarna zag ook de Enigma B het levenslicht. Door hun gewicht en formaat waren deze toestellen niet geschikt voor een krijgsmacht. Het toepassen van de reflector, een vinding van Willi Korn, een collega van Scherbius, was de doorbraak die leidde tot de veel compactere Enigma C. Deze machine was voorzien van gloeilampen inplaats van een typemachine en was zodoende veel handzamer.
In 1927 werd deze weer opgevolgd door de Enigma D. Dit toestel werd in verschillende varianten op de markt gebracht met verschillende rotorbedradingen. De Enigma D was voorzien van drie rotors en een reflector die ingesteld kon worden op één van de 26 letters. Deze machines werden door krijgsmachten en diplomatieke diensten in Europa, maar ook in andere werelddelen gebruikt.
De Italiaanse marine had de beschikking over de commerciële Enigma D, De Spanjaardem gebruikten de Enigma D tijdens de Spaanse burgeroorlog. De Zwitsers hadden de Enigma K, een licht gewijzigde versie van de Enigma D. De Japanners werkten met de Enigma T. Deze werd bekent als de Tirpiz Enigma. Dit was een Enigma D waarbij de bedrading van de ingangsrotor was veranderd. De Japanners kwamen tevens met een eigen versie van de Enigma T. Een variant met de rotors horizontaal.
Berichten gecodeerd met behulp van al deze modellen werden door meerdere inlichtingendiensten gebroken. Uitzondering hierop was de Spoorweg Enigma, een andere variant van de Enigma D, in gebruik bij de Duitse Reichsbahn in Oost Europa. Berichten verzonden met deze Enigma zijn vanaf 1941 slechts gedeeltelijk gebroken. Dit werd een stuk lastiger toen in 1935 het stekkerbord als optie voor machines in gebruik bij krijgsmachten werd geïntroduceerd.

Patenttekening van de Enigma machine
IN HET DUITSE LEGER
In 1926 kreeg de Duitse Marine de beschikking over commerciële Enigma’s, maakte deze toestellen geschikt voor militair gebruik en nam ze in gebruik onder de naam Funkschlüssel C. Tegelijkertijd ontwikkelde Chiffriermaschinen-AG een alternatieve Enigma met rotors. De zetting van de rotorcontacten was gelijk aan die van de normale D rotors, maar de rotors werden voorzien van verschillende uitstulpingen en aangedreven door een tandwielmechanisme in plaats van pinnetjes (zie patent tekening links). Deze was ook voorzien van een draaiende reflector en een links bevond zich een teller. Voor zover bekend bestaat er slechts één dergelijk toestel. Dit is vermoedelijk een testexemplaar. Dit toestel werd in 1928 aan de wereld getoond, maar gek genoeg pas gepatenteerd in 1931. Uit dit toestel ontstond de Enigma G. De Enigma G beschikte echter over andere rotors met heen en weer bewegende pinposities en een teller bevond zich rechts. De rotors van de Enigma G waren voorzien van dezelfde uitstulpingen en werden aangedreven door hetzelfde tandwielmechanisme als zijn voorloper uit 1928. In 1928 kreeg de Duitse Abwehr (inlichtingendienst) de beschikking over de 12 kg lichte Enigma G. Zij gaven hem de naam Zahlwerk Enigma, afkomstig van de teller (Zahlwerk) op de machine.
In 1932 voegde de Wehrmacht een stekkerbord toe aan de commerciële Enigma D. Dit toestel, de Enigma I, werd later bekend als de Wehrmacht Enigma. Dit toestel werd veelvuldig gebruikt in de Heer (de Duitse landmacht) en bij overheidsdiensten. De Luftwaffe (Luchtmacht) stapte, in navolging van de Heer in 1935 over. Het toestel was uitgerust met de oorspronkelijke drie rotors, die in willekeurige volgorde geplaatst konden worden. Vanaf 1939 had de Wehrmacht de beschikking over vijf in plaats van drie rotors. Dit had tot gevolg dat er een veel groter aantal rotor-combinaties mogelijk werd.
De Kriegsmarine maakte vanaf 1934 gebruik van de Wehrmacht Enigma, de variant met het veiligere stekkerbord, en voegde eerst 2 en in 1939 nog 3 rotors toe aan de standaard set van drie rotors. Deze machine werkte onder de naam Funkschlüssel M of M3. Ondanks dat de Abhwehr hem verzekerde dat de M3 niet te kraken was stond admiraal Karl Dönitz in 1941 op verbetering van de Kriegsmarine Enigma’s. Dit resulteerde begin 1942 in de ingebruikname van het beruchte M4 type voorzien van 4 rotors.
Gedurende de oorlog werden meerdere types reflector gebruikt. De standaard B en C reflectoren werden gebruikt in de Heer, Luftwaffe en Kriegsmarine M3 machines. De Kriegsmarine M4 was voorzien van smallere B en C reflectoren om in de vier-rotor machine te passen. Deze hadden een afwijkende bedrading, maar waren mits op 'nul' ingesteld en samen met de vierde rotor gebruikt verenigbaar met de Heer en Luftwaffe modellen. Aan het einde van de oorlog wilde het Duitse commando gebruik gaan maken van een nieuw type instelbare D reflector.Het eerste gebruik van deze reflector leek het werk van de Geallieerde codebrekers ernstig te bemoeilijken, maar problemen met de verspreiding van de D reflector en organisatie van benodigde codesleutels hadden tot gevolg dat deze reflector, tot grote opluchting van de codebrekers, niet algemeen werden gebruikt. Een andere militaire noviteit, die vanaf 1944 door de Luftwaffe werd gebruikt, was een speciale stekkerbordschakelaar, De Enigma Uhr (klok) was een schakelaar met 40 posities die ieder een andere stekkerbordbedrading als gevolg hadden.
Schattingen wijzen uit dat er ca. 100.000 Enigma-machines zijn geproduceerd. Zij werden onder het grote publiek bekend onder de merknaam Enigma, maar slechts een gering aantal van deze toestellen droeg daadwerkelijk het logo en de naam Enigma. Verreweg de meeste van deze machines hadden alleen een serienummer en een fabricagecode. De Enigma machines werden vervaardigd in een aantal fabrieken in verschillende plaatsen. Bijvoorbeeld: Ertel-Werk für Feinmechanik in München, Olympia Büromaschinenwerke in Erfurt, Chiffriermaschinengesellschaft Heimsoeth & Rinke in Berlijn, Atlas-Werke Maschinenfabrik in Bremen en Konski & Krüger in Berlijn. De machines die na de oorlog in beslag werden genomen door de Geallieerden werden, veelvuldig doorverkocht aan andere landen nadat de rotors van die machines in de meeste gevallen voorzien was van een andere bedrading. Natuurlijk werd er niet bij verteld dat zij in staat waren de Enigma berichten te lezen.

Het beruchte Enigma stekkerbord
Maak jouw eigen website met JouwWeb